De Reutelvogel
(Tekst en muziek: Urbanus)
De reutelvogel zingt in mij
op 't middenste verdiep
Ik vrees dat hij met jongen zit
'k hoor overal gepiep
Hij is de trieste voorbode
van een slechte tijd
Ik ben met hem geboren
en ik raak hem maar niet kwijt
Dikke nevelslierten
hangen dreigend rond m'n bed
Ik krijg het weer benauwd
ik heb het raam opengezet
De nacht staat aan m'n venster
en ook achter m'n deur
Hij zorgt dat ik niet buiten kan
wat er ook gebeurt
De muren schuiven dichter,
en de kleerkast kruipt naar voor
't Plafond komt naar beneden
en de vloer gaat naar omhoog
'k Heb 't gevoel alsof m'n deken
duizend tonnen weegt
'k Word dwars door m'n matras gedrukt
m'n ribbenkas begeeft
Mijn chronische bronchitis
snoert m'n keelgat dicht
Ik grabbel wat paniekerig
naar adem en naar licht
'k Zit vol antibiotica,
m'n lever barst kapot
Ik heb me nooit zo slap gevoeld
m'n longen worden rot
Ik lig hier weer gekelderd,
een lekkere doktersprooi
Maar ze zullen mij niet krijgen,
het leven is te mooi
Terug te vinden op volgende CD:
- Urbanus Integraal
Oorspronkelijk verschenen op de LP:
- Volle Maan
Terug naar het songteksten-overzicht