"Als ik teken, voel ik me dichter bij Sam"
Urbanus-tekenaar verwerkt rouw om zoon in een strip
Willy Linthout is bekend als tekenaar en scenarist van meer dan honderd Urbanus-strips. Maar toen zijn zoon Sam besloot uit het leven te stappen, nam ook zijn rouw de vorm van een strip aan.
"Dat ik deze niet meer aan Sam kan nalaten, doet me veel verdriet", zegt Willy Linthout voor de vitrine met een verzameling Disney-figuurtjes. "Maar anderzijds, zonder zijn dood had ik dit niet gemaakt, was ik puur commercieel werk blijven doen. Als ik nu nog iets maak, moet het een meerwaarde hebben."
"Dit" is Het jaar van de olifant, de strip over de zelfdoding van zijn zoon, intussen drie jaar geleden. Deel één en twee zijn nu uit. In totaal zal het verhaal acht delen beslaan. "Ik had van bij het begin het gevoel dat ik wel acht delen nodig zou hebben. Op een gegeven moment dacht ik zelfs dat acht delen te weinig zouden zijn. Maar ik wil er ook niet in blijven steken."
Deel drie en vier zijn klaar. "Ik moet aan het vijfde deel beginnen, maar ik zit een beetje vast. Ik kan dit alleen als ik het heel hard aanvoel. Dit is geen Urbanus-strip die ik altijd kan doen, of ik me nu goed of slecht voel."
Hij heeft even overwogen om een boek te schrijven. "Maar ik zag de boeken van mijn vrouw over rouwverwerking, daar zijn er al zoveel van. Toen dacht ik: laat ik maar doen wat in mij zit en een strip maken, een mengeling van fantasie en realiteit. Louter en alleen vertellen wat er gebeurd is, zou me slecht afgaan. Het verhaal is dus verzonnen, maar de gevoelens zijn echt."
In tranen aan de tekentafel
Het jaar van de olifant vertelt wat er met de nabestaanden gebeurt, in dit geval met Karel. "Karel is heel veel Willy. Net als hem ben ik bijna meteen weer aan het werk gegaan, ja. Maar je wordt snel gewaar dat er dingen fout zitten; je begint tilt te slaan, je kan het niet meer aan. Je komt toch tot de conclusie dat je wereld aan het instorten is."
Willy Linthout is de eerste om te zeggen dat de strip therapeutisch werkt. "Ik heb al dingen verzonnen voor die strip als ik echt diep zat, maar om hem te tekenen moet ik me goed voelen, of ik zink er nog dieper in weg. Ik zit wel eens te wenen aan mijn tekentafel als ik eraan werk. Dat is allemaal niet erg, maar ik mag niet helemaal de dieperik ingaan door aan de strip te werken, dan ben ik fout bezig. Maar als ik er aan zit te tekenen voel ik me bijna altijd ontzettend goed. Omdat ik dan het gevoel heb dat ik dichter bij mijn zoon kom."
"Ik voel dat dit het werk van mijn leven is. De teksten schrijf ik uit samen met mijn broer Theo. Dat is een enorme hulp voor mij. Nochtans waren we allebei kapot nadat we deel twee geschreven hadden, want dat deel is voor negentig procent echt. Ook ik had het gevoel dat overal om me heen mensen overleden en ik kon daar niet mee omgaan."
Bruut en bruusk
Je herkent meteen de hand van de tekenaar van de Urbanus-strips. Maar toch is Het Jaar Van De Olifant anders. De potloodtekeningen maken een turbulente indruk. "Daar hebben we heel lang over gediscussieerd. We hebben zelfs een paar pagina's laten inkten. Op een bepaald moment heeft Ria, van uitgeverij Bries, gezegd: laat het gewoon in potlood staan. En eigenlijk klopt het zo meer. Dat potlood is van mij; als ik het laat inkten, zie je het werk van de inkter. Is het bruut en onafgewerkt? Sams leven is ook onafgewerkt. Het is ook bruut en bruusk geëindigd."
Van Karels vrouw krijgen we zelfs het gezicht niet te zien. "Dat is bewust. Het gaat over mezelf: ik mag niets beweren over de rouwverwerking van mijn vrouw. We verwerken het totaal anders. We hadden al dertig jaar een gelukkig huwelijk, maar op dat moment werden we er brutaal mee geconfronteerd hoe verschillend we zijn. Je kunt mekaar haast niet steunen. Op zo'n moment wordt een gigantisch gat geslagen in je relatie. Na lang piekeren vond ik dat ik het verhaal alleen vanuit de eenzaamheid van Karel kon brengen."
Nog langer heeft hij erover nagedacht hoe hij zijn zoon zou afbeelden. "In de reeks heet hij om te beginnen Wannes en niet Sam, omdat ik mijn zoon geen woorden in de mond kon leggen. Ik heb hem getekend als de krijtlijn die getekend is rond de jongen die van het dak gesprongen is. Die krijtlijn bezorgt mij de nodige afstand en respect, terwijl ik hem toch op een bepaalde manier tot leven kan wekken."
(Het Volk 14 Mei 2007)