Laat ik maar een strip maken

CLOSE-UP Striptekenaar Willy Linthout over 'Het jaar van de olifant'
Willy Linthout is bekend als tekenaar en scenarist van meer dan honderd Urbanus-strips. Maar toen zijn zoon besloot uit het leven te stappen, nam ook zijn rouw de vorm van een strip aan.
'Dat ik deze niet meer aan Sam kan nalaten, doet me veel verdriet', zegt Willy Linthout voor de vitrine met een verzameling Disney-figuurtjes. 'Maar anderzijds, zonder zijn dood had ik dit niet gemaakt, was ik puur commercieel werk blijven doen. Als ik nu nog iets maak, moet het een meerwaarde hebben.'
'Dit' is Het jaar van de olifant, de strip over de zelfdoding van zijn zoon, intussen drie jaar geleden. Deel 1 en 2 zijn nu uit. In totaal zal het verhaal acht delen beslaan. 'Ik had van bij het begin het gevoel dat ik wel acht delen nodig zou hebben; op een gegeven moment dacht ik zelfs dat acht delen te weinig zouden zijn. Maar ik wil er ook niet in blijven steken.'
Deel 3 en 4 zijn klaar. 'Ik moet aan het vijfde beginnen, maar ik zit een beetje vast. Ik kan dit alleen als ik het heel hard aanvoel. Dit is geen Urbanus-strip, die ik kan doen of ik me nu goed of slecht voel.'
Hij heeft even overwogen om een boek te schrijven, 'maar ik zag de boeken van mijn vrouw over rouwverwerking, daar zijn er al zoveel van. Toen dacht ik: laat ik maar doen wat in mij zit en een strip maken. Maar die boeken over rouwverwerking zijn vaak erg feitelijk; de strip is een mengeling van fantasie en realiteit. Louter en alleen vertellen wat er gebeurd is, zou me slecht afgaan. Het verhaal is dus verzonnen, maar de gevoelens zijn echt.'
Eigenlijk was Het jaar van de olifant ook een pendant van een andere strip, die hij met de Nederlandse tekenaar Erik Wielaert aan het maken is, Het laatste station. 'Dat is eigenlijk een grappige politiestrip, maar op een gegeven moment gaat het toch over wat er zou kunnen gebeuren vóór iemand zijn eigen leven neemt. Maar met die reeks kon ik mijn verhaal niet volledig vertellen: ik moest iets persoonlijkers doen.'

Nabestaanden
Het jaar van de olifant vertelt wat er met de nabestaanden gebeurt, in dit geval met Karel. 'Karel is heel veel Willy. Net als hem ben ik bijna meteen weer aan het werk gegaan, ja. Maar je wordt snel gewaar dat er dingen fout zitten; je begint tilt te slaan, je kan het niet meer aan. Je komt toch tot de conclusie dat je wereld aan het instorten is.'
Het laatste halfjaar heeft hij veel gepiekerd, want hij kampte met zware rugklachten die hem het werken beletten. 'Die zijn begonnen nadat ik in de trein getuige was geweest van nog een zelfdoding. Ik zag de politie rondlopen - de andere mensen zaten zich op te winden omdat ze hun aansluiting zouden missen, kinderen stonden met twintig te duwen voor een plaats aan het raam en te fantaseren dat ze ledematen zagen… het was heel erg. Kinderen kunnen bijzonder gruwelijk zijn. Ik ben uitgestapt, heb me lazarus gedronken, wat ik anders nooit doe, en de volgende dag zat mijn rug vast.'
Hij is de eerste om te zeggen dat de strip therapeutisch werkt. 'Ik heb al dingen verzonnen voor die strip als ik echt diep zat, maar om hem te tekenen moet ik me goed voelen, of ik zink er nog dieper in weg. Ik zit wel eens te wenen aan mijn tekentafel als ik eraan werk. Dat is allemaal niet erg, maar ik mag niet helemaal de dieperik ingaan door aan de strip te werken, dan ben ik fout bezig. Maar als ik er aan zit te tekenen, voel ik me bijna altijd ontzettend goed. Omdat ik dan het gevoel heb dat ik dichter bij mijn zoon kom.'
'Ik voel dat dit het werk van mijn leven is. De teksten schrijf ik uit samen met mijn broer Theo. Dat is een enorme hulp voor mij. Nochtans waren we allebei kapot nadat we deel 2 geschreven hadden, want dat is voor negentig procent echt: ook ik had het gevoel dat overal om me heen mensen overleden en ik kon daar niet mee omgaan.'
Je herkent meteen de hand van de tekenaar van de Urbanus-strips. Maar toch is Het jaar van de olifant anders. De potloodtekeningen maken een turbulente indruk. 'Daar hebben we heel lang over gediscussieerd. We hebben zelfs een paar pagina's laten inkten. Op een bepaald moment heeft Ria, van uitgeverij Bries, gezegd: "laat het gewoon in potlood staan,. En eigenlijk klopt het zo meer. Dat potlood is van mij; als ik het laat inkten, zie je het werk van de inkter. Is het bruut en onafgewerkt? Sams leven is ook onafgewerkt. Het is ook bruut en bruusk geëindigd.'
Van Karels vrouw krijgen we zelfs het gezicht niet te zien. 'Dat is bewust. Het gaat over mezelf: ik mag niets beweren over de rouwverwerking van mijn vrouw. We verwerken het totaal anders.'
'We hadden al dertig jaar een gelukkig huwelijk, maar op dat moment werden we er brutaal mee geconfronteerd hoe verschillend we zijn. Je kunt mekaar haast niet steunen: op zo'n moment wordt een gigantisch gat geslagen in je relatie. Misschien is dat niet het geval bij twee mensen die op dezelfde manier rouwen, maar bij ons wel. Na lang piekeren vond ik dat ik het verhaal alleen vanuit de eenzaamheid van Karel kon brengen.'
Nog langer heeft hij erover nagedacht hoe hij zijn zoon zou afbeelden. 'In de reeks heet hij om te beginnen Wannes en niet Sam, omdat ik mijn zoon geen woorden in de mond kon leggen. Ik heb hem getekend als de krijtlijn die getekend is rond de jongen die van het dak gesprongen is. Er komen nog ontmoetingen tussen Karel en Wannes; die krijtlijn bezorgt mij de nodige afstand en respect, terwijl ik hem toch op een bepaalde manier tot leven kan wekken.'
Vreest hij niet om nu vastgepind te worden op dit onderwerp? Hij denkt even na. 'Het enige dat me pijn zou kunnen doen, is dat ze onrespectvol omgaan met Het jaar van de olifant.'
Het jaar van de olifant, deel 1 en 2 zijn uit bij Uitgeverij Bries.
(De Standaard 12 Mei 2007)