Dirk Stallaert geconfronteerd met de doelgroepVan 'Mieleke, Melleke Mol'
De tweede 'Mieleke, Melleke Mol' van het duo Dirk Stallaert en Urbanus
ligt lezenswaardig klaar te zijn in verscheidene winkelrekken. Zoals de
reeksnaam al doet vermoeden, is 'Mieleke, Melleke Mol' niet echt een
reeks bedoeld voor dertigers zoals wij maar eerder voor de iets jongere
lezer. Daarom hebben wij voor dit interview met Dirk Stallaert de hulp
ingeroepen van de 7-jarige Thijs (pats in de doelgroep zitten we
daarmee) die meteen een hoop vragen afvuurde op Dirk en er meteen een
bespreking van het bewuste album aan toevoegde. Waar gaat dat heen met
de jeugd? Vooraleer deze vraag te beantwoorden, presenteren we u echter
dit afwisselende interview!
De reeksnaam 'Mieleke, Melleke Mol' (MMM) is afkomstig van Nonkel Bob.
De kreet was bedoeld om kinderen te stimuleren melk te drinken. Heeft
dat bij u geholpen?
Dirk Stallaert: "Ik ben geen geweldige afnemer van het product, maar ik
drink het toch regelmatig. Als ik echter voor de keuze gesteld word
tussen een glas koeiensap en een tripel van Westmalle, dan weet ik het
wel."
Hoe is MMM eigenlijk ontstaan en hoe test u of de grappen aanslaan bij
het doelpubliek?
"De grappen zijn natuurlijk het exclusieve terrein van Urbanus. Ik
teken ze enkel uit. Ik vermoed dat Urbain ze wel uittest op zijn
jongste dochter Marieke, die een jaar of zes is. Urb maakte vroeger
scenario's voor Klein Suske Wiske, bedacht dan dat hij eigenlijk beter
een gelijkaardige reeks van eigen signatuur kon schrijven en vroeg mij
om het tekenwerk voor mijn rekening te nemen. Wat ik met veel genoegen
doe."
Wij hebben het album in ieder geval wel getest bij de 7-jarige Thijs en
die zit toch met enkele prangende vragen.
Thijs: Bestaat Jimmi, het wereldberoemde circuspaard echt?
"Het bestaat enkel in het hoofd van Urbanus. En wat dààrin allemaal
rondloopt, dat wil je niet geweten hebben, Thijs."
Thijs: Waarom zijn de strikjes van Melleke en de kleuren van Tante Tulp
elke keer anders?
"De enige gedachte die erachter zit, is de lezer een extraatje bieden.
Zulke dingen vallen niet onmiddellijk op, maar rechtvaardigen een
tweede lezing, om de pietepeuterige details te ontdekken. Een cadeautje
voor ons publiek dus."
Thijs: Zijn Tante Tulp en Nonkel Nest uw echte tante en nonkel?
"Zo'n Tulp zou ik wel zien zitten als tante, maar helaas: zowel zij als
Nest zijn volkomen fictieve figuren."
Thijs: Kan een mol een baasje hebben?
"We moeten een onderscheid maken tussen de (vaak saaie) werkelijkheid
en wat er in een strip allemaal kan. Laten we zeggen dat een mol in het
ware leven een niet erg graag geziene gast is. Niemand wil hem op
bezoek en dus zeker niet als vast huisdier. Geen baasje dus voor een
mol in het echte leven. Voor stripfiguren en stripmollen ligt dat
enigszins anders. Komt daarbij dat Mol een uitgesproken sympathieke
vertegenwoordiger van zijn soort is. Zijn baasjes zijn dus heel
tevreden met hem."
Mogen wij even terug overnemen Thijs? We konden niet naast de
verschijning van een groene Chinees kijken; is dat een verwijzing naar
uw Nero-periode?
"Alweer een idee van Urbain. Maar aangezien hij zelf een grote Sleenfan
is (en een goede vriend van de meester), is het duidelijk dat dit een
knipoog naar het Nero-album is."
Bereik je met MMM het juiste doelpubliek of valt dat tegen, krijgt u
daar veel reactie op?
"De MMM-reeks schijnt voorlopig (we zitten nog aan het begin) beter aan
te slaan dan Plankgas en Plastronneke, al scheelt het niet veel. Erg
veel reacties krijgt een striptekenaar niet, althans: ik toch niet. Ik
zit er nochtans op te wachten, want je vraagt je toch altijd af wat je
lezers er nu eigenlijk van vinden. Daarom, beste Thijs: hééééél
hartelijk bedankt voor je sympathieke bespreking van ons boekje. Zoiets
doet altijd enorm veel plezier en geeft ons de nodige werklust om het
volgende album nog een tikje beter te maken."
Met dank aan http://www.stripelmagazine.be
(http://www.stripelmagazine.be 24 Oktober 2006)